Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zullen eten, maar niet zat worden, zullen hoereren, maar niet [28]uitbreken [in menigte]; want zij hebben [29]nagelaten den HEERE in acht te nemen. 28. Dat is, niet vermenigvuldigd worden. Zie van het Hebreeuwse woord Gen.28:14, en Gen.30:30; idem Job 1:10, met de aantekening. 29. Mits verlatende en niet bewarende de wegen des Heeren en Hem niet voor ogen hebbende.